In Chintheche werden we verwelkomd door de manager, Richard. Ook Evelyn kwam er al snel aanlopen. Wat fijn dat jullie er weer zijn. Edmund een nieuwe ober, stelde zich aan ons voor en toen zagen we Victor ook weer. Super, wat een mooie ontvangst. Ze hadden echter geen slaapplek voor zondag op maandag. Wij vonden dat geen probleem. Dan gaan we nog weer een nachtje in Mzuzu slapen. We kunnen toch de weg langs het meer niet nemen voor de terugweg. Er is namelijk zoveel regen gevallen de afgelopen tijd, dat er delen van die weg helemaal zijn weggespoeld. Dus moeten we toch via Mzuzu terug.
In Chintheche maken we onze verslagen en schrijven we onze columns voor de kranten. Ook lezen we veel op onze e-reader. Bo leest (opnieuw) het boek De pilaren van de aarde van Ken Follet. Een hele dikke pil.
Donderdags hadden we een dag met heel veel regen! Dat is niet normaal, zoveel water er dan naar beneden komt. Het begon om 6 uur ’s morgens. En dan om 13.30 uur is het ineens weer gestopt en komt de zon. Vrijdags heb ik nogmaals een verslag gemaakt. Zaterdagmiddag kwam mr. Mezuwa Banda nog even langs en ’s avonds tijdens het diner hebben we een aantal jassen uitgedeeld aan het keukenpersoneel. De volgende dag moesten we dus weer terug naar Mzuzu. Voordat we gingen hebben we nog de t-shirts van het Carolus Clusius College uitgedeeld. Wat waren ze enthousiast en blij! Nu hebben we een team! Thank you madam!
In Mzuzu kwam de mevrouw van het Health Department op bezoek om nog over het ziekenhuis te praten. Wat een leuke vrouw. We hebben een fijne klik met elkaar. We hebben haar beloofd dat we aandacht aan het ziekenhuis zullen blijven besteden. Ze was ook erg geïnteresseerd in ons project Food For Life. Bo legde haar uit dat als zij ons systeem gaat gebruiken, ze heel veel geld kan verdienen voor het ziekenhuis en haar HIV programma. Ze kan dan namelijk veel mais oogsten. En soja en suiker toevoegen voor de pap en dat verkopen. Dat is snel veel verdienen.
Op maandag gingen we naar Lilongwe. Dat was een hele lange rit. Ik zag er ook best tegen op. De weg is zo vreselijk slecht. Al zijn ze druk met de wegen bezig en lijkt het beter te gaan worden, maar eer het zover is.. We hebben de hele dag in de auto gezeten. Terug in Lilongwe slaakten we een zucht van verlichting. Eindelijk, Africa House! Alleen was onze kamer niet goed gereserveerd en moesten we in een andere kamer slapen. Normaal hebben we altijd overal dezelfde kamers. Dit was even schakelen.
Dinsdags had Bo een bespreking en zou James voor hem gaan uitzoeken waar de kisten zijn. Wij waren er vanuit gegaan dat we die misschien al wel konden ontvangen. Maar dat was een tegenvaller. De kisten blijken nog steeds in Zuid-Afrika te zijn. Het duurt nog wel even voor ze in Malawi zijn. Jammer! Maar het gaat wel goed komen. Alle papieren zijn in elk geval in orde. Dus nog wat geduld. We hebben wel overal verteld dat er heel veel kleding komt.
’s Avonds appte James dat thuis zijn zonnepaneel was gestolen. Dat is erg. Hij was er zo trots op. Had ons net verteld dat hij de buurt er ook van liet meegenieten dat hij elektriciteit had. Ze mochten bij hem hun telefoons opladen.
Woensdags gingen we naar de souvenirs markt. En we wilden nog even naar de bank. Maar dat laatste was niet zo makkelijk, want het was het einde van de maand, en iedereen wilde zijn geld graag hebben, dus er was een lange rij. Bo heeft een hekel aan wachten, dus voor hem was het geen optie. Dus weer terug naar Africa House, onze lodge, en daar maar wat euro’s gewisseld. James moet natuurlijk ook geld voor slapen, eten, benzine en de terugreis. Hij gaat vanaf het vliegveld eerst de huurauto terugbrengen naar de eigenaar en daarna met de bus terug naar Mzuzu. Voor hem ook nog een lange rit. Wij hebben morgen dus een hele lange dag en nacht. We hopen D.V. vrijdagmiddag weer thuis te komen. We bedanken iedereen voor het meelezen en hopen jullie allen gauw weer te ontmoeten. We bidden om een behouden terugkeer. Vanmorgen werd ik wakker met de volgende woorden:
Wil, U ter eer, steeds meer en meer ’t geloof in ons versterken, dan zullen wij, gereed en blij, uit liefde ’t goede werken.